Waarom ervaringen

Joep Heerings Leestijd: minuten

Waarom ervaringen

 

De waarde van ervaringen in leren was al vroeg bekend. In de eerste editie van Audiovisual Methods in Teaching (1946) introduceerde Edgar Dale de 'Kegel van Ervaring'. Deze kegel plaatste verschillende leermethoden en -media in een continuüm, van de meest concrete ervaringen aan de basis tot de meest abstracte bovenaan.

Naarmate iemand zich verplaatst van directe en doelgerichte ervaringen naar verbale symbolen, neemt de mate van abstractie geleidelijk toe. Hierdoor worden mensen meer toeschouwers dan deelnemers. Bij de meest doelgerichte ervaringen kunnen mensen zien, aanraken, proeven, voelen en ruiken. Daarentegen zijn verbale symbolen, zoals woorden, spraak of gesproken taal, die zich aan de top van de kegel bevinden, zeer abstract. Dit betekent dat ze geen fysieke gelijkenis hebben met de objecten of ideeën die ze vertegenwoordigen. De basis van het model kenmerkt zich door meer concrete ervaringen, zoals directe ervaringen, gecreëerde ervaringen en dramatische participatie.

Het rangschikken van de niveaus in de kegel is dus niet gebaseerd op moeilijkheidsgraad, maar op abstractie en het aantal zintuigen dat wordt gebruikt.

Cone-of-Experience-Illustrations-01-1-768x615-1.webp

Ervaringen

Onderaan de kegel vind je gedramatiseerde ervaringen, gecreëerde ervaringen en directe doelgerichte ervaringen. 

  • Gedramatiseerde ervaringen kunnen worden gezien als rollenspeloefeningen. Dit betekent dat situaties worden nagebootst met als doel om te leren. Op dit derde niveau verschuiven mensen—ten minste enkele van hen—van toeschouwers naar actieve deelnemers. Op deze manier kunnen mensen deelnemen aan gereconstrueerde ervaringen die hen een beter begrip geven van iets. Door het in scène zetten van situaties kunnen ze zich dichter bij realiteiten begeven die anders moeilijk direct te ervaren zijn. Het biedt ook een veilige omgeving om te experimenteren. Het is bijvoorbeeld veel minder erg om te falen in een rollenspel voor een verkooponderhandeling dan in een echte situatie. Mensen kunnen meer vertrouwd raken met de concepten door zich in te leven in de ‘alsof’-situatie. Evenzo kunnen ze hun mededeelnemers observeren en hierdoor hun leerervaring verder verdiepen. Dit stelt hen in staat om te vergelijken wat ze zelf anders zouden hebben gedaan.
  • Het tweede niveau is het niveau van gecreëerde ervaringen, waarbij de realiteit als het ware wordt ‘bewerkt’. Op dit niveau kun je denken aan serious games die een ervaring bieden die zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid komt. Dit kan helpen om een concept makkelijker te begrijpen. Sommige realiteiten zijn immers te complex om in één keer te bevatten. Gecreëerde ervaringen zijn dus imitaties die soms beter onderwijzen dan de realiteit zelf. Gecreëerde ervaringen zijn zeer praktisch en maken het leren toegankelijker. Ze zijn concreet, wat het visualiseren makkelijker maakt en het begrip van het concept bevordert.
  • Het onderste niveau van Dale’s Kegel van Ervaring is het minst abstract. Directe doelgerichte ervaringen zijn ervaringen in de praktijk waarbij mensen zelf  verantwoordelijkheid dragen voor het bereiken van een specifiek resultaat.

Waardevol hulpmiddel

Zo verklaart de Kegel van Ervaring de onderlinge relaties tussen de verschillende typen media en ervaringen en hun ‘positie’ in het leerproces. Dit maakt het een waardevol hulpmiddel voor L&D-professionals.